Autisme en de feestdagen: Hoe pak je het aan?
Heel Nederland maakt zich druk over de kleur van Sinterklaas zijn Pieten. Bij ons thuis maakt het niet of ze pimpelpaars zijn of zebrastrepen hebben: als ze maar gauw weer richting Spanje gaan, zijn wij tevreden.
Voor veel kinderen met autisme zijn de laatste maanden van het jaar eigenlijk veel te druk. De meeste autikids gedijen bij een dagelijks leven vol ‘rust, reinheid en regelmaat’. Die rust is vanaf 11 november, Sint Maarten, tot en met Oud en Nieuw ver te zoeken.
Tips om toch de feestdagen leuk door te komen:
1. Maak keuzes
Niet elk feest hoeft je kind tweehonderd procent mee te maken. Wij kiezen ervoor niet ‘Sint Maarten te lopen’. Wij hebben een bak snoep bij de deur staan. Als onze zoon de deur open willen doen om andere kinderen snoep te geven, mag dat. Meestal wil hij een paar keer liedjes aanhoren en mag ik de rest van de avond. Prima toch?
2. Houd het klein
Hartstikke gezellig, met alle ooms en tantes, nichten en neven en aanhang 5 december vieren! Toch? Nee dus. Wij houden het klein, in ons gezin. We zingen een paar liedjes, kauwen een bakje pepernoten leeg en pakken samen een paar cadeautjes uit. Het duurt zoonlief algauw te lang: zodra hij zijn Lego uitgepakt heeft, is hij aan het bouwen.
3. Kijk naar je kind
Het kenmerk van de meeste feestdagen: ze duren veel te lang. Volwassenen kunnen urenlang tafelen, maar kinderen (met of zonder autisme) willen echt niet blijven zitten als ze hun eten op hebben. Vertoont jouw kind tekenen van ‘vluchtgedrag’? Sorry opa en oma, ooms en tantes: wij gaan naar huis!
4. Verontschuldig je niet voor je kind
Komen we op het volgende punt: schaam je niet voor je kind. Vertoont je autikind ‘ongewenst gedrag’? Waarschijnlijk is het allemaal veel te druk voor hem of haar. Verontschuldig je niet voor je kind, probeer het niet ‘leuk te houden voor iedereen’: op is op. Je kunt je kind niet dwingen een feestavond leuk te vinden.
5. Maak een kalender
Pas op: dit werkt bij lang niet elk autikind. Bij die van ons niet, bijvoorbeeld. Die wordt alleen maar zenuwachtig bij het zien van allemaal kruisjes op een kalender: dat zijn voor hem allemaal ‘spannende dagen achter elkaar’. Maar sommige kinderen hebben het juist nodig omdat ze onzeker worden van het gevoel dat er van alles staat te gebeuren, maar ze geen grip hebben op wanneer. Dan kan samen aftellen naar: Sint Maarten, de intocht van Sinterklaas, schoen zetten, 5 december, de Kerstdagen en Oud en Nieuw, juist heel geruststellend werken.
6. Liever saai en duidelijk dan té spannende verrassingen
- Zoals ik al zei: Sint Maarten speelt zich bij ons alleen af bij de voordeur.
- De intocht van Sinterklaas slaan we over, nadat onze oudste een paar jaar geleden drie uren lang een pepernoot in zijn wang hield omdat hij zó geschrokken was van de ontmoeting met de Goedheiligman.
- Schoen zetten? Eén keer. Om de volgende ochtend de Lego-adventskalender uit de schoen te halen. ‘Die brengt Sinterklaas omdat je dan elke dag een vakje open kunt maken voor een cadeautje’. Elke dag kan voor autikids veel duidelijker zijn dan ‘om de paar dagen’ schoen zetten. Tenzij jouw kind die kalender fijn vindt: dan kun je het daarop duidelijk aangeven.
- Op Sinterklaasavond maken we de laatste twee vakjes van de adventskalender open. En krijgen onze beide kids elk drie cadeautjes. Dat aantal weten ze en de inhoud weten ze. Niet spannend? Nee, en dat was nou juist de bedoeling.
- De Kerstdagen? Het liefst thuis. De ene dag met het gezin, de andere dag met onze vrienden bij we helemaal onszelf kunnen zijn, ons autikind ook!
Dit zijn natuurlijk niet ‘de gouden regels voor autifeestdagen’. Elk kind met autisme is anders.
Bron: https://www.gezondheidenco.nl/267773/autisme-en-feestmaanden-hoe-pak-aan/ door Tine van Knijff
Geef een reactie