Wat is hechting precies en hoe ontstaat een verstoorde hechting?
Je kind bouwt al vroeg een sterke emotionele band op met jullie als ouders, en vaak ook nog met een paar andere belangrijke volwassenen in zijn omgeving. Dat heet hechting. In dit artikel legt ontwikkelingspsycholoog Steven Pont uit wat hechting is en hoe het proces van hechting in zijn werk gaat.Wat is hechting eigenlijk precies?
Als je kind geboren wordt, weet hij van zichzelf niet dat hij bestaat. Dat klinkt misschien een beetje vreemd, maar dat besef begint pas echt te komen als hij ongeveer zeven maanden oud is. Dat kun je aan twee dingen zien:
– Hij krijgt meer en meer last van verlatingsangst (‘Laat me niet alleen!’).
– Hij wordt plotseling bang voor vreemden (‘Wie is die enge meneer?’).
Hij gaat vanaf die leeftijd namelijk een beter onderscheid maken tussen mensen, tussen ‘ik’ en ‘jij’ en dus ook tussen bekenden en onbekenden. En bekende is voor je kind veilig, onbekend is onveilig. Dus kun je maar beter in de buurt van bekenden zijn…
Het grote besluit: is de wereld veilig?
Vanaf ongeveer anderhalf jaar neemt je kind (onbewust) een belangrijk besluit: is de wereld veilig of niet? Zijn er mensen in de buurt die de wereld voor mij overzichtelijk en behapbaar maken, of kan ik niet van andere mensen op aan? Dat proces is van groot belang voor de rest van het bestaan van je kind.
Zijn mensen te vertrouwen?
Wanneer je kind door positieve ervaringen besluit dat de wereld veilig is, dan zal hij zich makkelijk aan andere mensen kunnen binden. Hij leert andere mensen te vertrouwen. Maar als zijn besluit is dat de wereld niet veilig is, dan besluit hij dat andere mensen niet te vertrouwen zijn. Hij maakt dus al jong een zogenaamd ‘mentaal werkmodel’ over hoe zijn sociale wereld in elkaar steekt. En hij past zijn gedrag daar vervolgens op aan. Hij doet dat niet alleen in zijn jeugd, maar vaak ook in zijn verdere leven.
Het belang van hechtingsfiguren
Het besluit dat de wereld veilig of onveilig is, neemt je kind op basis van zijn relatie met de hechtingsfiguren in zijn omgeving. Hechtingsfiguren bouwen op die manier mee aan dat ‘mentale werkmodel’ van je kind (over hoe veilig de wereld is). En dus is het belangrijk dat jonge kinderen hechtingsfiguren in hun leven hebben.
Wie zijn hechtingsfiguren?
Als ouder ben jij natuurlijk een hechtingsfiguur. Maar hechtingsfiguren kunnen ook andere mensen zijn: bijvoorbeeld een pedagogisch medewerker in de kinderopvang (daarom is het van belang weinig wisselingen in het team op een kinderdagverblijf te hebben!) of een opa die elke week een hele dag voor je kind zorgt. In totaal heeft je kind plek voor zo’n drie tot zes hechtingsfiguren in zijn leven.
Wat moeten hechtingsfiguren doen?
Hechtingsfiguren moeten sensitief-responsief zijn. Sensitieve responsiviteit wil zeggen dat hechtingsfiguren in het leven van je kind gevoelig (sensitief) moeten zijn voor wat het kind nodig heeft en tegelijkertijd een passend antwoord hebben (responsief zijn) op wát het kind dan nodig heeft. Je kunt gevoelig zijn en zien dat je kind angstig is, maar als je hem dan niet troost dan heeft hij daar natuurlijk niet zoveel aan. Je kind hecht zich aan de persoon die het juiste hechtingsgedrag vertoont.
Veilige en onveilige hechting
Zijn de hechtingsfiguren in de omgeving van je kind voldoende sensitief-responsief, dan is je kind aan het einde van zijn vierde levensjaar veilig gehecht. Hij mist jou dan bijvoorbeeld als je weg bent, maar hij weet ook dat je weer terugkomt.
Geen vertrouwen
Naast een veilige hechting bestaat er ook een onveilige hechting. Dat betekent dat een kind eigenlijk besloten heeft dat andere mensen onbetrouwbaar zijn. Afhankelijk van de hechtingsstijl kunnen er dan twee dingen gebeuren:
– óf een kind wordt extreem aanhankelijk en durft nauwelijks meer uit de buurt van bekende volwassenen te blijven.
– óf een kind vermijdt juist vaak wat dieper contact met anderen.
In totaal onderscheiden ontwikkelingspsychologen vier verschillende hechtingsstijlen.
Komt dat veel voor dan?
Eén op de zeven kinderen in Nederland is onveilig gehecht. Dat wil dus zeggen dat het heel bang is om in de steek gelaten te worden, ofwel dat het zich juist niet meer zoveel van anderen aantrekt. Dat kun je niet altijd op het conto van de ouders schrijven, want sommige kinderen worden eenvoudig met een wat minder hechtingstalent geboren (net zoals je met een wat minder voetbaltalent kunt worden geboren).
Wat kun je doen als je denkt dat je kind onveilig gehecht is?
Allereerst moet je bedenken dat alle kinderen anders zijn. Een kind dat erg aan je hecht, of zich juist wat minder van zijn omgeving aantrekt, kan nog altijd gewoon binnen de normale ontwikkeling vallen natuurlijk.
Als je een soort ‘niet-pluis’-gevoel hebt is het wellicht goed om een professional om advies te vragen.
Geef een reactie